De oproep van het Kruis

“Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.” (Galaten 2:20)

Wie door het geloof in de Here Jezus leeft en zijn leven op het altaar gaf, laat zien dat hij accepteerde om “het Kruis op te gaan” en daar te sterven voor deze wereld, voor zijn dromen en verlangens, om een leven van offers te leiden en alleen Degene te dienen die hem heeft behouden.

Daarom besluit hij aan het Kruis te blijven tot de laatste dag van zijn leven, zodat hij na zijn dood op de hemelse troon met Christus kan zitten (Openbaring 3:21).

Vandaag zien we velen die ooit “hier ben ik” tegen de oproep van het Kruis hebben gezegd, alles hebben opgegeven om te dienen en een leven van opoffering hebben aangenomen, maar na een tijdje begonnen ze echter naar de oproepen van de duivel te luisteren- zoals de Farizeeën met Jezus deden: “Als u de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af” (Mattheüs 27:40) – ze besluiten hun oproep te verloochenen en het verzoek te beantwoorden om van het kruis af te komen.

Ze willen op de troon van deze wereld zitten en daarom verachten ze de genade van de Allerhoogste en het hoge voorrecht om Hem te dienen.

Helaas zal iedereen die in het leven op de troon wil zitten voor eeuwig lijden. Degenen die de paar resterende jaren van hun leven aan het Kruis blijven, hebben echter voor eeuwig recht op de troon.

God zegene jullie!

Met dank aan: Pastor Paulo Cezar Mendes

 

Stenen van het Altaar

De afgelopen dagen was ik in het heiligdom van de Tempel van Salomo en mediteerde ik over wat ik daar zag...