Ik heb u nooit gekend

Het staat geschreven:

“…Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?” (Romeinen 8:31)

Oftewel, wanneer God met een persoon is, is er niemand die hem kan vernietigen.

Zoals Hij zelf tegen Jozua zei:

“Niemand zal tegenover u standhouden al de dagen van uw leven…” (Jozua 1:5)

Maar hoe zit het als God iets tegen Zijn dienaar heeft? Zal deze dienaar de eer van de Heer in zijn werk hebben?

Hij zei tegen de pastors, ministers van het Altaar, de volgende woorden:

“Daarom, herders, hoor het woord van de HEERE! Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál die herders! Ik eis Mijn schapen op uit hun hand, en doe hen ophouden met het weiden van de schapen. Die herders zullen zichzelf niet meer weiden en Ik zal Mijn schapen uit hun mond redden, zodat ze hun niet meer tot voedsel zijn.” (Ezechiël 34:9-10)

De Here Jezus was TEGEN degenen die in Zijn Naam profeteerden, demonen uitdreven, wonderen verrichtten, maar die geen aandeel in Hem hadden. Integendeel! Hij zei tegen hen:

“…Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!” (Mattheüs 7:23)

Daarom is het aan ons allemaal om met vrees en oprechtheid onszelf te onderzoeken.

  • Met dank aan: Bisschop Domingos Siqueira

Stenen van het Altaar

De afgelopen dagen was ik in het heiligdom van de Tempel van Salomo en mediteerde ik over wat ik daar zag...