Ze hebben niet gebogen!

“Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus. De schat (het geopenbaarde intelligente geloof) in aarden kruiken. Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons.” (2 Korinthe 4:6-7)

Wanneer ik mensen zie of hoor die op een dag genoten van de voordelen van het geopenbaarde GELOOF en, om welke dwaze of absurde reden dan ook, denken dat hen “onrecht is aangedaan“ en als gevolg daarvan nalatig werden in hun geloof, dan komt gelijk in mijn verstand de minachting die zij hadden met de schat geopenbaard door de Geest van het Geloof. Ze minachten, verachten of negeren wat de Allerhoogste hen heeft geleend.

Ik stel me voor dat als ze in de apostolische dagen leefden, toen sommige christenen gemarteld werden en de aangeboden verlossing niet aannamen, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. En weer anderen hebben spot en geselslagen verdragen, van geboeid tot gevangen zijn; Zij zijn gestenigd, in stukken gezaagd, in verzoeking gebracht, met het zwaard ter dood gebracht. Zij hebben rondgelopen in schapenvachten en geitenvellen. Zij leden gebrek, werden verdrukt en mishandeld. De wereld was hen niet waard. Zij dwaalden rond in afgelegen plaatsen en verbleven op bergen, in grotten en in holen in de aarde (Hebreeën 11:35-38), ze zouden de schaamte van de Here Jezus op de aarde zijn.

Diegene die beproefd en goedgekeurd werden door de schat van het geloof te houden, droegen op hun lichamen (aarden kruiken) het Licht van de kennis van de Heerlijkheid van God (het geloof)

“Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.” (Hebreeën 11:16)

In feite, wanneer een christen niet met de Heilige Geest wordt gedoopt, kan hij het Licht van de Kennis van de Heerlijkheid van God niet zien noch onderscheiden wat hij in zijn ellendige aarden kruik draagt. Zijn modderige ogen kunnen alleen zijn vuile kleine wereld zien.

Ondertussen blijven degenen die de eerlijke prijs hebben betaald voor hun behoudenis verdrukt, maar niet in het nauw gebracht; wij zijn in twijfel, maar niet vertwijfeld; wij worden vervolgd, maar niet verlaten; neergeworpen, maar niet te gronde gericht. Wij dragen altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt. Want wij die leven, worden voortdurend aan de dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees. (2 Korinthe 4:8-11)

Bisschop Edir Macedo

 

Stenen van het Altaar

De afgelopen dagen was ik in het heiligdom van de Tempel van Salomo en mediteerde ik over wat ik daar zag...