gerechtigheid“Doe mij recht, o God, en voer mijn rechtsgeding tegen een volk zonder godsvrucht; doe mij ontkomen aan de man van bedrog en onrecht.
Want Gij zijt de God mijner toevlucht; waarom verstoot Gij mij?
Waarom ga ik in het zwart vanwege des vijands onderdrukking?
Zend uw licht en uw waarheid; mogen die mij geleiden, mij brengen naar uw heilige berg en naar uw woningen, zodat ik kan gaan tot Gods altaar, tot de God mijner jubelende vreugde, en U love met de citer, o God, mijn God!”
(Psalmen 43:1-4).
David wilde gerechtigheid tegenover degenen die hem kwaad wilden doen, maar hij uitte geen lozen kreten jegens God zodat Hij hem zou helpen. Nee, niets daarvan. Hij kende de weg. Hij was zich ervan bewust dat, om gerechtigheid te kunnen geschieden, het meer dan gebeden en verzoeken zou vereisen. Het was nodig om een levend en praktisch geloof te gebruiken. Daarom zei hij dat het zijn vreugde was om naar het Altaar te gaan.
Velen willen gerechtigheid, maar vluchten voor het Altaar, omdat het Altaar voor hen geen reden van vreugde is, maar een last. Daarom zien zij gerechtigheid nooit geschieden. Integendeel, ze zijn vernederd en hun wordt onrecht aangedaan, zonder dat iemand hun verdedigt. Omdat Gods gerechtigheid alleen geschiedt door het geloof, en zonder het Altaar is er geen geloof!
Met dank aan: bisschop Franklin Sanches