TempelIk moet toegeven dat het gebrek aan kennis, mensen leidt om kritiek te leveren over de bouw van de Tempel van Salomo.
Ik begrijp dat door zoveel sociale onrechtvaardigheden, een aantal van onze critici zich beledigd voelen door de “buitensporige uitgaven” voor een gebouw dat zo belangrijk is voor ons en zo onbelangrijk voor hun.
Maar wat deze critici en ongelovigen in feite dienen te weten is dat wij in een vrij land wonen. Iedere inwoner heeft het recht om zelf te bepalen hoe hij zijn geld uitgeeft. Ik heb het recht om te bepalen hoe ik uitgeef wat ik ontvang. Niemand heeft het recht om zich er ongevraagd mee te bemoeien.
Alle tienden en offerandes die verzameld werden kwamen van mensen die zich, uit vrije wil, met ons wilden verenigen in het project voor de Tempel van Salomo. Wij vroegen offerandes voor dit doel. Andere tienden en offerandes werden gebruikt voor de vele andere sociale werken van de Universele Kerk. Maar er was één geloof, één doel en bovenal, de vastberadenheid om de droom van het volk van de Universele Kerk te realiseren.
Vele tienden, offerandes, voorstellen, bazaars, symposia en andere donaties werden op het Altaar gelegd voor de Tempel.
Zodoende hebben wij de aanroeping van geloof beantwoord, van een volk dat zich hiervoor heeft verenigd.
Wat is hier fout aan?
De vraag voor de critici die gesteld moet worden: Is het eerlijk om offerandes, tienden en donaties voor de Tempel te vragen en het uit te geven op een andere manier?
Het project waarvoor offerandes werden gevraagd, werd uitgevoerd door de wil en vrijheid van een volk van geloof.
De Tempel van Salomo heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar voldoet aan het door ons toegezegde woord en, door de wil van onze Heer en God, hebben wij een ieders verlangen kunnen realiseren.
Ik vind het spijtig, maar de ongelovigen zullen nu jaloers toe moeten kijken hoe het volk van geloof de Allerhoogste God verheerlijkt in deze Heilige Plaats.
Dat onze Glorieuze Heer verheerlijkt wordt in onze levens!
Bisschop Edir Macedo