zonde01De Geschriften tonen niet dat wanneer een persoon opnieuw geboren wordt dat hem vrijstelt om in de zonde te vallen. Ten slotte hebben wij een fysieke lichaam en lopen wij, gedurende ons gehele leven op deze aarde, dit risico. Wij moeten tegen de verlangens van ons vlees strijden, maar:
“Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad (Gods) blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren” (1 Johannes 3:9).
Dit hemelse zaad groeit samen met het nieuwe innerlijk van een kind van God, wiens aard geestelijk is en die de zondes als een vreemd lichaam ziet en hem meteen verwerpt door hem op een geestelijke manier te verwijderen. Dit conflict tussen de zonde en het geestelijke innerlijk komt overeen met de kwelling van de ziel van degene die de zonde pleegde. De enige oplossing voor die kwelling is om de zonde te belijden, want alleen op die manier zal de last van de zonde en de beschuldiging van het geweten weggaan en de verlichting van een rein geweten zal dan samen met een gezond geloof komen, een geloof dat weer bergen zal kunnen verzetten.
Terwijl degene die niet uit God geboren is de zonde op een passieve en harmonieuze manier in zijn vleselijke binnenste ontvangt, omdat die twee in goede harmonie met elkaar leven.
“…een ieder, die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend” (1 Johannes 3:6).
Nu kunnen wij begrijpen waarom zoveel helpers in de zonde leven en hem niet belijden. Het komt omdat zij niet uit God geboren zijn en de zonde wordt zeer welkom geheten in hun binnenste. Terwijl degenen die ooit zondigden, de zonde onmiddellijk belijden en hem meteen verlaten, want hun geestelijke aard kan niet omgaan met zo’n schadelijke en walgelijke handeling tegen de Heilige Geest die in hun binnenste woont.
En uw innerlijk, help(st)er? Heeft uw innerlijk een vleselijke of geestelijke aard? Als u op een gemakkelijke manier met de zonde leeft en hem niet belijdt, dan komt dat omdat u nog een levende ziel bent, een zoon of dochter van Adam;
“…de eerste mens, Adam, werd een levende ziel…” (1 Korintiërs 15:45).
Als u heeft gezondigd en daarom gekweld wordt vanwege deze fout die u maakte, een enorm verdriet in uw binnenste zit vanwege de zonde, een immens conflict in uw binnenste, zonder vrede leeft en deze situatie niet meer verdraagt en daarom uw zonde belijdt, dan komt dat omdat u een levende geest bent, een zoon/dochter van de laatste Adam (oftewel, Jezus) 1 Korintiërs 15:45.
Stel u voor dat u nu de gelegenheid krijgt om uw zonde te belijden (in het geval dat het een zonde van iemand anders betreft, zoals overspel, hoererij, onder andere, dan dient dit ook aan de leiding van de kerk, uw pastor of bisschop, gemeld te worden, omdat u ook deel uitmaakt van de kerk), maar u doet het niet en het moment van uw afscheid van deze wereld breekt aan, waar zal uw ziel dan heen gaan?
DENK NA!
Dat de Geest van God jullie zegene!
Met dank aan: bisschop Sérgio Correia