Voordat ik naar het UKGR kwam, was mijn leven in alle gebieden vernietigd. Ik rookte, gebruikte drugs en ging naar discotheken waar ik vaak ongecontroleerd dronk. Thuis was ik erg agressief tegenover mijn familieleden. Ik was zo erg dat ik op een dag, zonder schaamte, het laatste geld (10 euro) dat mijn moeder toendertijd had, vroeg om sigaretten te kopen. Ik ging toen uit zonder aan haar of iemand anders te denken. De chaos in mijn leven werd nog erger toen ik naar Nederland verhuisde. Ik raakte betrokken bij een vechtpartij waar ik mijn tand verloor, mijn kaak brak en mijn lippen scheurde. Het was zo heftig dat ik in het ziekenhuis belandde.
Mijn moeder en ik woonden met andere mensen in hetzelfde huis. Later kwam ik erachter dat mijn vader drugs gebruikte en degene die hem de drugs leverde, was één van de mensen die met ons in het huis woonden. Op een gegeven moment wilde mijn moeder teruggaan naar Portugal (ons land van herkomst), maar ik accepteerde de situatie niet en ik nam de beslissing om in Nederland te blijven en die situatie te veranderen.
Mijn moeder zag deze opstand in mij en besloot om ook te blijven, met de voorwaarde om de dichtstbijzijnde UKGR te bezoeken. We gingen daar naartoe en leerde hoe we de kracht van het geloof konden gebruiken.
Nu rook en drink ik niet meer en ben ook niet meer agressief. Ik heb mijn vader vergeven en help hem om zijn verslaving te overwinnen. Ik heb een goede baan, een eigen huis en rijd in een comfortabele auto. Mijn leven is helemaal veranderd door de God die ik in de UKGR heb leren kennen.

VITOR MARQUES