Als jonge meisje was ik heel naïef waardoor school voor mij geen pretje was. Vaak werd ik “dik”, “eng”, “raar” en zelfs “vreemd” genoemd. Dat had een heel grote invloed op mij.

Ik begon te geloven dat ik dik was, wat ervoor zorgde dat ik niet meer wilde eten. Ik begon steeds minder te eten, totdat ik bijna flauw viel. Dit zorgde ervoor dat er veel op mij werd gelet wat voor frustraties zorgde. Ik moest dus meer gaan eten en deed dat, maar kreeg al snel veel nare gedachtes. Ik voelde mij minderwaardig, verdrietig, eenzaam en haatte mezelf, omdat ik dacht dat niemand van mij hield. Als mij werd gevraagd hoe het ging, vertelde ik dat het goed ging, maar in feite was dit alles behalve waar.

Dit werd een masker die ik niet meer af kon doen. Het was zo ernstig dat ik een zelfmoordpoging ondernam. De zelfmoordpoging mislukte dus begon ik mezelf te snijden. Wanneer het fout ging, zou ik op dat moment iets pakken om in mezelf te snijden.

De pijn die ik van binnen voelde wilde ik negeren door de pijn die ik van buiten voelde. Dit hield een lange tijd aan. De eenzaamheid werd groter. Ik had vrienden op school, maar wist dat ik niet met hun over deze onderwerpen kon praten. Het was alsof ik opgesloten zat in een kooi.”

loslaten. Ik herinner me dat ik op een dag naar een dienst ging in de UKGR. Wat daar werd gezegd, deed mij denken over de staat van mijn leven. Ik nam toen de beslissing om alles los te laten. Ik probeerde het heel lang op mijn eigen manier, wat niet werkte, dus besloot ik het nu anders aan te pakken.

Door naar de JvO bijeenkomsten te gaan heb ik beslissingen kunnen maken die mij verder hebben geholpen in mijn herstel, ondanks het feit dat ik niet altijd aanwezig kon zijn. Zelfs het beetje dat ik ontving wanneer ik er was, was genoeg. In mijn JvO vestiging was ik één van de jongste, maar daar werd niet naar gekeken. Ik werd geaccepteerd en gewaardeerd.

Nu ben ik een totaal ander persoon. Ik ben vrij van alles wat mijn leven pijn deed, zowel geestelijk als fysiek. Het verdriet en de pijn veranderde in rust en blijdschap. De maskers die ik nodig had om alles te verbergen zijn weg, net als de haat voor mijn moeder en mijzelf. Wanneer ik nu naar mezelf kijk, geloof ik in wie ik ben en wie ik nog in de toekomst kan zijn.”

Erica Mendes Semedo