Afhankelijkheid van God

“Zij zeiden dan tegen Hem: Wat moeten wij doen, opdat wij de werken van God mogen verrichten? Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft.” (Johannes 6:28-29)

De joden die de Here Jezus vroegen hoe ze de werken van God moesten uitvoeren, kregen van Hem het verrassende en korte antwoord dat het Werk van God gedaan wordt als we in Hem, de Zoon Die gezonden werd om ons te redden, geloven. Ze vroegen om de “werken”, terwijl de Here Jezus “het werk” zei, omdat het geloof uniek en de bron van alles is.

Dat komt omdat niets God meer eert dan het geloof. GELOVEN is het eerste en grootste werk dat iemand aan Hem kan presenteren.

Maar wat voor soort geloof is dat, aangezien bijna iedereen zegt dat ze in God geloven?

Geloof is een relatie van totale afhankelijkheid van God. Hij die leeft in die “absolute zekerheid” dat God bestaat, dat Hij voortdurend naar mensen kijkt, dat Hij de beloner is van degenen die Hem zoeken en dat Hij de hoogste autoriteit is, gehoorzaamt Hem in alles. Degenen die echt geloven, worden eerbiedig en vrijwillig onderworpen aan Zijn wil.

In Israël waren de meeste religieuzen in die tijd gewend aan gedetailleerde regels, normen en rituelen. Oftewel, de mensen deden veel werken, zoals hen werd geleerd, maar deze praktijk was het resultaat van de religiositeit en de tradities die ze leerden, en niet van het geloof.

Diezelfde religiositeit is vandaag de dag het probleem binnen de evangelische omgeving, omdat er velen zijn die God willen behagen door wat ze in de kerk doen, en niet door oprecht geloof in de Here Jezus.

Bijwonen van diensten, vasten, de prediking, de evangelisatie, de tranende ogen en de uitspraken, zoals “Het is vastgebonden!”, “Het brak door!” of “Sterk!”, kunnen in de loop der jaren automatisch worden. En, bewust of onbewust, beginnen velen een zelfbedrog te leven, waarbij ze “het werk doen” alleen om aan hun eigen verwachtingen of die van anderen te voldoen, behalve die van God.

Maar alleen het geloof kan geestelijkheid voortbrengen, al het andere brengt vergankelijke en illusoire religiositeit voort. Deze religieuze vernis geeft een schijn van heiligheid en een gevoel van welzijn, maar wanneer het op de proef wordt gesteld, verandert het in as. Wanneer er problemen komen, brengt de religiositeit niet de kracht voort om te volharden en te overwinnen. Religiositeit brengt gejammer, klachten, vragen, pijn en allerlei soorten vleselijkheid voort.

En het is juist vanwege het gebrek aan deze ware overtuiging dat we zoveel gelovigen zien vol bijbelse kennis, maar zwak en aarzelend.

Dus wat een verschil is er tussen degenen die geloven en degenen die zeggen dat ze geloven! En net zoals de Here Jezus het geloof van sommigen bewondert, observeert Hij ook het ongeloof van anderen.

  • Met dank aan: Núbia Siqueira  

Stenen van het Altaar

De afgelopen dagen was ik in het heiligdom van de Tempel van Salomo en mediteerde ik over wat ik daar zag...