De Geest van de Belofte

Op Goddelijk bevel droeg Mozes de verantwoordelijkheid om de kinderen van Israël naar het Beloofde Land te leiden over aan Jozua.

Maar de dood van Mozes ontmoedigde Jozua. De Heer moest toen ingrijpen en hem aanmoedigen voor zo’n missie.

“… Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit volk, naar het land dat Ik aan hen, de Israëlieten, ga geven.” (Jozua 1:2)

Met andere woorden: Heb de bereidwilligheid en neem het Beloofde Land in bezit.

Wat heeft dit vandaag te maken met de volgelingen van de Here Jezus, het Nieuwe Israël?

De kinderen van Israël waren vrij van de Egyptische slavernij en hadden de zekerheid dat in Gods belofte was gevestigd dat Hij het volk zal redden uit de hand van de Egyptenaren, en het te leiden uit dit land naar een goed en ruim land, naar een land dat overvloeit van melk en honing.” (Exodus 3:8)

Bewogen door de kracht van deze Belofte gingen ze de woestijn in. Er was geen tastbare garantie die hen zeker zou stellen van de vervulling ervan.

In feite overtuigde de belofte die uit Gods mond was gekomen hen van deze tot nu toe onzichtbare realiteit.

Maar nu, vóór het Beloofde Land, was Mozes dood.

De leider was dood, maar de Geest van de Belofte niet.

De Geest van de Belofte sterft niet noch trekt Zijn Woord in.

Dit is de Geest van het christelijk geloof.

De Geest van de Belofte getuigt met onze geest dat Zijn Woord tot vervulling zal komen.

Deze parel van openbaring past niet bij varkens, laat staan ​​de heiligheid van het Woord bij de honden. Mattheüs 7.6

Maar zij die geleid worden door de Geest, die niet zien en geloven, zoals Jozua en Kaleb, nemen bezit van de Belofte.

We waren slaven van verslavingen en complexen, van depressie, angst, twijfel, religies evenals de Hebreeën in Egypte. En aangezien zij vrij waren en door de Geest van Belofte werden geleid naar een goed en ruim land, een land dat overvloeit van melk en honing, zo gebeurt het  ook met de volgelingen van de Here Jezus.

Als zij, mensen van zware arbeid, de belofte hebben bereikt, waarom hebben degenen die verlost zijn door het bloed van de Zoon van God en verzegeld met de Geest van Belofte niet hetzelfde recht op hun land dat overvloeit van melk en honing?

Is dit goed en ruim land, een land dat overvloeit van melk en honing, niet het overvloedige leven dat de Here Jezus heeft beloofd?

Dus, “Laten wij vrijmoedig optrekken, wij zullen het land in bezit nemen, want wij zullen het zeker overmeesteren.” (Numeri 13:30)

Bisschop Edir Macedo

Stenen van het Altaar

De afgelopen dagen was ik in het heiligdom van de Tempel van Salomo en mediteerde ik over wat ik daar zag...