Goed geweten

“En behoud het geloof en een goed geweten. Sommigen hebben dit verworpen en hebben in het geloof schipbreuk geleden.” (1 Timotheüs 1:19)

Wie in het geloof wil staan, moet een goed geweten behouden. Daarvoor is het nodig om impulsen, passies en interesses op te offeren die niets met God te maken hebben. De fout veroorzaakt een slecht geweten. Een slecht geweten brengt aanklaging voort. Aanklaging roept twijfel op. Twijfel neutraliseert het geloof. Vandaar de schipbreuk, het is een kwestie van tijd.

Wie besluit op te geven wat een slecht geweten veroorzaakt, word vervuld met zekerheid. Het is onmiddellijk.

Een goed geweten brengt vrede.

Vrede van redding van de ziel. Een zuiver geweten garandeert vrede die alle begrip te boven gaat.

Vrede stelt ons in staat om een goede nachtrust te hebben.

Vrede helpt ons door woestijnen en stormen te gaan.

Het is echter noodzakelijk om ernaar te streven het te behouden, zoals de apostel Paulus deed:

“En daarom oefen ik mijzelf om altijd een zuiver geweten te hebben voor God en de mensen.” (Handelingen 24:16)