Wie van God is, blijft

“Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.” (1 Johannes 2:16-17)

De duivel benijdde de mens om het feit dat hij met God wandelde, daarom verleidde hij hem met leugenachtige woorden, totdat hij hem deed zondigen. Zo werd de mens, Gods kostbare schepping, uit het paradijs verdreven (zoals Lucifer uit de hemel werd verdreven) en begon te leven vol hebzucht, boosaardigheid en trots.

Op een dag zal deze wereld tot een einde komen. De mensen die het offer van de Here Jezus hebben afgewezen, zullen voor eeuwig in de duisternis worden geworpen. Maar degenen die de wil van God hebben gedaan en de beker van de verlossing hebben aangenomen, die door de Here Jezus werd aangeboden, zullen voor eeuwig gered worden.

Mevrouw Ester Bezerra

Stenen van het Altaar

De afgelopen dagen was ik in het heiligdom van de Tempel van Salomo en mediteerde ik over wat ik daar zag...