Lijders

“Een dienstknecht van de Heere moet geen ruzie maken, maar vriendelijk zijn voor allen, bekwaam om te onderwijzen, en iemand die de kwaden kan verdragen.” (2 Timotheüs 2:24)

Als de Heer een lijder is, dan zijn Zijn dienaren dat ook. Mozes leed vanwege de rebellen en vanwege de ongehoorzaamheid van het volk van Israël. Jeremia leed toen hij zag dat het koninkrijk van Juda verwoest was en zijn volk afgeslacht werd. Te midden van zijn verdriet en pijn riep hij uit:

“Och, was mijn hoofd maar water en mijn oog een bron van tranen, ik zou dag en nacht wenen over de gesneuvelden bij de dochter van mijn volk.” (Jeremia 9:1)

De apostelen leden vanwege het Evangelie en de Naam van de Here Jezus. Paulus zei in de brief aan de Galaten (4:19), dat hij aan het werk was totdat Christus in hen gevormd zou worden.

De ware dienaren van de Here Jezus lijden voor de verlorenen, voor de geleden onrechtvaardigheid die in deze wereld is en zelfs voor de vervolgingen en verraad van degenen die beweerden vrienden te zijn. Niets echter ontmoedigt hen, integendeel; ze blijven altijd trouw aan hun Heer.

De dienaren van God houden zich niet bezig met het verdedigen van hun eigen eer, maar ze zijn verheugd dat ze het waard zijn om te lijden voor de Naam van Hem die hen tot Zijn werk riep. Er is geen dienaar van de Allerhoogste God die niet in deze wereld heeft geleden. Zoals Paulus zei:

“Verder, laat niemand mij lastigvallen, want ik draag de littekens van de Heere Jezus in mijn lichaam.” (Galaten 6:17)

  • Met dank aan: Bisschop Domingos Siqueira

Stenen van het Altaar

De afgelopen dagen was ik in het heiligdom van de Tempel van Salomo en mediteerde ik over wat ik daar zag...