Schatten in de Hemel

“En de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.’’ (Mattheüs 8:12)

Degenen die naar de hel gaan, zullen een lichaam hebben dat niet vergaat, en zullen de straf van de tweede dood ondergaan, tot het punt van tandengeknars.

In de gelijkenis van de Rijke en Lazarus zien wij dat de rijke werd veroordeeld en vroeg of zijn tong verkoeld kon worden (Lucas 16:24), maar een heel sterk detail is dat zijn naam niet werd benoemd, zoals dat zal gebeuren bij allen die de behoudenis verliezen. Jezus zei tegen de dwaze maagden: “Ik ken u niet.” (Mattheüs 25:12)

Tot degenen die niet gered zijn zegt Jezus:

“…maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.” (Openbaring 3:17)

Degenen die de Heilige Geest niet hebben, ook al bezitten zij iets, hebben absoluut niets.

Zo is het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God. (Lucas 12:21)

En dit is omdat wij een ziel zijn en geen lichaam.

Het advies van de Here Jezus aan ons is:

“Verzamel schatten voor u in de hemel…” (Mattheüs 6:20)

We zullen allemaal een nieuw lichaam ontvangen, sommigen voor de eeuwige kwelling en straf, met tanden om te knarsen en een tong die om een ​​druppel water verlangt, en anderen voor de eeuwige glorie.

Wij, degenen die gered zijn, zullen een nieuwe stad hebben en een glorieus lichaam ontvangen.

“Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam…” (Filippenzen 3:20-21)

We zullen een nieuwe woonplaats hebben:

“In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen…” (Johannes 14:2)

We zullen nieuwe kleren hebben:

“Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren…” (Openbaring 3:5)

We zullen aan tafel met de Here Jezus zitten:

“Aan wie overwint, zal Ik van het verborgen manna te eten geven…” (Openbaring 2:17)

En we zullen bij naam worden genoemd, in tegenstelling tot de rijke man die werd veroordeeld:

“en Ik zal hem een witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven…” (Openbaring 2:17)

Wij zullen God dienen:

“…en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen…’’ (Openbaring 22:3)

“Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn.” (Openbaring 21:7)

Maar, het Koninkrijk der Hemelen wordt in bezit genomen met geweld (Mattheüs 11:12).

Want er bestaat geen grotere rijkdom dan onze behoudenis die elke dag in bezit genomen moet worden.

Daarom leerde de Here Jezus ons om elke dag het dagelijkse Brood te vragen, aangezien dat het ons dagelijks Brood is, dat ons elke dag de Behoudenis geeft.

Met dank aan: Bisschop Renato Valente

Stenen van het Altaar

De afgelopen dagen was ik in het heiligdom van de Tempel van Salomo en mediteerde ik over wat ik daar zag...